|
![]() Hoeve Daniël Vanneste, Tuimelarestraat 26 (foto: Linda Malfait). Vroeger had men niet de luxe van een auto en ontelbaar veel winkels in de omgeving. Vooral op het platteland was het dikwijls sukkelen. Alles wat stuk was werd bewaard en men wachtte tot er iemand langs kwam die het kon herstellen. Dat kon een scharenslijper zijn of een mandenmaker, een ketellapper of een stoelenmatter … Ook was men voor bepaalde aankopen afhankelijk van straatverkopers. Deze leurders trokken tot in de 20ste eeuw van dorp tot dorp en boden hun diensten of koopwaar aan. Ze gingen ook de jaarmarkten en kermissen af. Soms, zoals tijdens de oogst, hadden de mensen geen tijd voor hen en verkochten ze niets. Dan had de mier iets en de krekel moest gaan bedelen. Hoe kwam een mens ertoe voor zo’n trekkersbestaan te kiezen? Wel, meestal was een leurder erg op zijn vrijheid gesteld. Maar ook een slechte economische toestand speelde vaak een grote rol. Het was dit of bedelen. Het leven was hard, vooral als je verantwoordelijk was voor een gezin. Alhoewel de mensen enerzijds uitkeken naar de komst van de venters, niet in het minst voor het nieuws dat ze meebrachten, wantrouwden ze hen ook, en soms met reden. Maar, eerlijk is eerlijk, de leurder was ook de ideale zondebok. Soms wachtten "gewone" mensen tot er een leurder of zigeuner in de buurt was om iets te mispeuteren. Ze wisten vooraf reeds wie er zou beschuldigd worden en die werd dan minstens uitgescholden en weggejaagd. Om zich ietwat te verdedigen gebruikten marskramers onder elkaar een geheimtaal. Er bestaan vijf soorten geheimtaal: bargoens, dieventaal, jargon, kramertaal en lettertaal. De basis is het dialect van de streek, waarvan men bepaalde woorden vervangt door geheimtaalelementen. In de 19de eeuw spraken bv. in Roeselare een paar duizend venters van de Nieuwmarkt Groenstraatse geheimtaal, indien ze het nodig achtten. Die geheimtaal werd door de anderen kramerlatijn genoemd en het had Joodse elementen.Venters, marskramers (= venters die met een korf rondgaan), mijnwerkers en ook leden van de handeldrijvende middenstand kenden het. De andere kramertalen werden gesproken tot ongeveer 1900, maar deze werd in het leven gehouden door een kleine groep zwervers. Nu is ze ook zo goed als verdwenen. Er was voor het eerst een spoor op papier van De Nieuwmarkters op de kaart van Sanderus in 1641. Maar de meeste sporen hebben ze nagelaten op de Oude Stedelijke Begraafplaats van Roeselare. De talrijke prachtige kapellen in arduin, met altaar, getuigen van hun grote welstand. Ook venters heb je dus in alle maten en soorten. Hier volgen enkele voorbeelden van hun geheimtaaltje.
Aberdoedas: oplawaai
Even tot tien tellen? En ja, zoals steeds zijn er nog sporen van te vinden in ons plaatselijk dialect: Achteroverdrukken: stelen Afdokken: betalen Aanklampen: aanspreken Pieper: aardappel Poen: geld Bajes: gevangenis Mollen: doden Schoepen: stelen Kalle: dwaze vrouw Een goede straatventer had een stem als een klok, want het was een kwestie van veel lawaai te produceren en zo de aandacht te trekken. Het hoefde niet verstaanbaar te zijn, dat maakte de mensen zelfs nieuwsgieriger en ze kwamen er dan automatisch op af. Soms werd er zowaar een liedje van gemaakt. Of ze rekten een woord zo uit dat het komisch werd en humor is altijd al een uitstekend wapen geweest in de strijd om de klant. Zie ook op de site lachjekrom.com -> zoeken -> straatventers https://cse.google.com/cse?cx=partner-pub-4916434741824725:yk9c7h-zbv4#gsc.tab=0 ofwel? https://cse.google.com/cse?cx=partner-pub-4916434741824725:yk9c7h-zbv4 www.lachjekrom.com -> zoeken -> straatventers Volgende mensen waren tijdens de 1ste helft van de 20ste eeuw bekend op de Tuimelare: Naam Koopwaar/Verkocht/dienst Verplaatsing Martyn Pekelharing Te voet, met juk met emmers De mosselman (Naam?) Mosselen Met paard en kar ((trok de aandacht met een ratel) Charles Dezitter Vis Open bakfiets Idem Weekend: ijsjes Idem Henri Klein materiaal Fiets met mand (marskramer) (Leegde zijn mand, terwijl hij zei: “En dat is goed, en dat is slecht.”) Onbekend Vertinnen van ijzeren bestek, pannen Speciale bakfiets om onmiddellijk het werk te kunnen uitvoeren Pé Vet Scharen- en messenslijper (scharensliep) bakfiets, met een karwiel erop om het slijpwiel te en doen draaien met 'voetkracht' Onbekende Idem Idem (vertelde altijd over de 'attenddeux' die hij gezien had, waarmee hij een ascenseur of lift bedoelde) De scharenslijper van vroeger (YouTube documentaire) Bekijk deze documentaire over de scharenslijper van vroeger op "YouTube"
"Komt vrienden in den ronde" is een oud populair liedje over de scharensliep (varianten: scharesliep, schaarsliep, scheresliep), dat door het gewone volk werd gezongen en mondeling werd overgeleverd. Het liedje gaat over de ambachtsman die met een kar langs de deuren ging om scharen en messen te slijpen en uitlegde waarom zijn beroep het beste is. De oudst bekende schriftelijke versie van het lied staat in de derde druk van het liedboek van de Vino Caser, ook wel De Amsterdamse Pakhuis Vreugt genoemd, uit 1783. De huidige tekst over de scharenslijper werd bij ons in 1897 uitgegeven door Jan Bols in zijn "Honderd oude Vlaamsche liederen met woorden en zangwijzen". De muziek(partituur) van dit bekende volkslied "De scheresliep" verscheen in "Liederenkrans voor het middelbaar onderwijs" van Jozef Ghesquiere en Paul François (Brugge, Desclée De Brouwer, 1960, blz. 124) ? Petroleum Frasietje Malfait Snoep Grote manden: op rug en aan arm Woonde in de rij van Kosters in Beitem (derde huis van de rij) en had daar een snoepwinkeltje ? Wit zeezand Steekkar (Men gebruikte zand voor de spuwbak en voor de zomer poetste men de kachel, deed men hem glanzen met een borstel en dan strooide men er zand over zodat je geen stof meer zag liggen! Ook op de gepoetste vloer strooide men zand, wat hem zeer glad maakte, maar je moest minder kuisen. (Moet er nog zand zijn?) ? Mosterd Fiets met tonnetje erop Leon Victor Kranten Stond aan de kerk na de mis Hij riep: “Groot nieuws van de wind!” En toen men de krant gekocht had en vroeg waar dat stond, zei hij: “Het is eruit gewaaid.” Monique Loyson Soep Auto Dan had je ook nog opkopers: Vanbrabant Oekene Kwam konijnen Paard en koetsje en kippen kopen Zotte Jan Opkoper van Hondenkar oud ijzer Hij vroeg in De Tuimelare altijd een pint bier voor zichzelf en een voor zijn hond. Marie Claerbout Eieren Paard en koetsje Rond 1950 moest men thuis de eieren wegen en per categorie rangschikken vooraleer de opkoper langskwam. Mathilde en Emiel Eieren Paard en koetsje (De)Ceuninck, zus en broer van Rum- beke Tuimelaarnaar Huiden Te voet Ging mollen vangen en ko- nijnen doden bij de mensen in ruil voor de huiden. Hij spande ze op en ver- kocht ze om er mantels, kragen en manchetten mee te maken. Margriete Balle Vodden Fiets (Je moest de vodden in een zak doen, die ze dan woog aan een ‘insel’. In De Tuimelare dronk ze iedere keer een stout, terwijl ze genoot van een ’pikker’ snuif.) Victor Dezitter Vodden Bakkers, beenhouwers, groenteboeren en melkboeren vormen een aparte categorie en werden hier niet vermeld. En nu hou ik op. Ik ga eerst een zwartje buizen en daarna de kadasters schillen. Bronnen De Geheimtalen Dr J.G.M. Moormann Woordenboek van het Bargoensch van Roeselare Hendrik De Seyn-Verhougstraete Getuigenissen De vrouw van Basiel Werniers uit de Passendalestraat, met een van hun drie ijskarren, in 1961. Ook op de Tuimelare genoten ze mee. Een andere Moorsledenaar, een zekere Verholle, verkocht ook ijs op de Tuimelare. Zijn specialiteit was een rechthoekig blokje in chocolade gehuld vanille-ijs dat op een cornet gelegd werd. Leurderskaart Rachel Viaene 1937-1938 Van 'Erfgoedbank Midwest' Straatverkoper Straatverkoper logo #1010 1) Leurder 2) Venter Leurder = 1) Koopman 2) Man 3) Marskramer 4) Neringdoende 5) Straathandelaar 6) Straatventer 7) straatverkoper 8) Venter 9) Zakenman Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Straatverkoper/1 straatverkoper straatverkoper logo #10835 iemand die voor zijn beroep waren verkoopt op straat; verkoper op straat Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/straatverkoper Nu producten en diensten steeds meer via internet worden aangeboden, is het moeilijk voorstelbaar dat marketing nog tot het begin van de twintigste eeuw vooral door rondtrekkende marskramers gebeurde, ook in West-Europa. ‘Leurders’ van allerlei slag trokken dagelijks door steden en dorpen om hun waren luidkeels aan te prijzen. Hun optreden en soms schilderachtige kleding hebben van oudsher ook Nederlandse tekenaars en graveurs geïnspireerd tot een min of meer realistische uitbeelding. Pas sinds enige jaren wordt door (kunst)historici mondjesmaat onderzoek verricht op dit terrein, maar zij beperkten zich vaak tot verkopers van drukwerk, afgebeeld op centsprenten, waarbij de kunstprent buiten beschouwing bleef. Straatverkopers in beeld biedt een compleet overzicht van drie eeuwenstraatverkoop, voor zover getekend of in prent gebracht door Noord- en Zuid-Nederlandse kunstenaars vanaf de zestiende eeuw tot 1850. Een vergeten aspect van onze cultuurgeschiedenis krijgt nu voor het eerst volle aandacht. Het is, zoals te verwachten, geen puur nationale beeldgeschiedenis. Behalve in Nederland komen zulke leurdersvoorstellingen voor in Italië, Frankrijk, Engeland en Duitsland. Het straatrumoer waarmee het optreden van al die marskramers gepaard ging, kunnen wij niet meer horen. Naar hun moeizame levensomstandigheden en geringe winsten moeten we raden. Maar hun verschijningsvorm staat ons met dit rijk geïllustreerde boek helder voor ogen. Melkboer, messenslijper, ijscoman: de straat op, de deuren langs Het Koninklijk LGOG (Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap) en het SHCL (Sociaal Historisch Centrum Limburg) geven tijdens de Maand van de Geschiedenis een eigen draai aan het thema 'Aan het werk!'. Onder het motto 'De straat op en de deuren langs’, gaan we in gesprek met een aantal vertellers die herinneringen delen over de ambulante economie. Ambulante economie? De ambulante economie slaat op de mensen die beroepsmatig van deur tot deur gingen. Denk bijvoorbeeld aan de melkboer, de messenslijper, de ijscoman, de kolenhandelaar en de huurophaler. Huis aan huisverkoop was nog geen eeuw geleden een vertrouwd onderdeel van het straatbeeld, maar is door de jaren heen sterk van karakter veranderd. Sommige beroepen zijn recentelijk, bijvoorbeeld door de coronacrisis, juist weer teruggekomen. Van deur tot deur: de verhalen LGOG en SHCL willen u tijdens een verhalenmiddag graag meenemen naar deze vervlogen tijden. Tijdens een evenement vol interviews en anekdotes leert u meer over de ambulante beroepen van vroeger. Hoe was het om een dergelijk beroep uit te oefenen? Wat kwam daarbij kijken? En als het hoofd van het gezin een ambulant beroep had, welke invloed had dit dan op de volgende generatie? Ook wordt gekeken naar de toekomst: welke beroepen komen weer terug, of zijn zelfs nooit verdwenen? Deze en andere vragen komen tijdens die verhalenmiddag aan de orde. Via de YouTube kanalen van LGOG en SHCL kunt u de middag vanaf 22 oktober bekijken. Ook kunt u tijdens en na de Maand van de Geschiedenis op onze websites en social media kanalen verdiepende informatie zoals foto's en geluidsfragmenten vinden. Een drietal boerderijen van op de Tuimelarewijk zijn opgenomen als bouwkundig patrimonium in de Inventaris van Onroerend Erfgoed in Vlaanderen. Deze hoeves hebben, volgens het Vlaams Agentschap van Onroerend Erfgoed (AOE), een VASTGESTELDE bouwkundige erfgoedwaarde, maar zijn daarom (voorlopig althans) nog niet beschermd. Het Agentschap beschermt enkel gebouwen die een HOGE erfgoedwaarde hebben, om deze zo te bewaren en veilig te stellen voor de toekomstige generaties. Het is daarom verboden om beschermd erfgoed te ontsieren, te beschadigen, te vernielen, te verwijderen, te slopen of op een andere manier de hoge erfgoedwaarde aan te tasten. Dat wil niet zeggen dat er niets meer mag gebeuren in of veranderen aan dat beschermd erfgoed. Het betekent wél dat de eigenaar en/of gebruiker "als een goede huisvader" het in goede staat moeten behouden, en dus de nodige werken voor herstelling, beveiliging en beheer moet (laten) uitvoeren om de toekomst van het gebouw te waarborgen. Voor het uitvoeren van die werken is altijd vooraf een schriftelijke toelating vereist van de bevoegde overheid. Linda Malfait geeft volgend overzicht van oude Tuimelaarse boerderijen, waarvan er drie mooi pronken op de lijst van het Vlaams Onroerend Erfgoed, maar die niet beschermd zijn:
|